T5. Databases met SQL

Je leert hoe je heel veel informatie kunt bekijken en bewaren in databases met de programmeertaal SQL.

Hulpmiddelen

We gebruiken in deze module de volgende tools:

  1. Khan Academy

Oefeningen

Khanacademy, module Intro to SQL

  1. SQL basics
  2. More advanced SQL queries
  3. Relational queries in SQL (lang)
  4. Modifying databases with SQL
  5. Further learning in SQL (overslaan)

Ruimtedatabase (alleen vwo)

  1. Opgaven met antwoorden in Woots
  2. Uitlegvideo’s met antwoorden

Uitleg

Naslagmateriaal

Leerdoelen voor de toets

Databases theorie

  1. Je kunt uitleggen wat een relationele database is.
  2. alleen vwo: Je kunt gegevens analyseren en structureren en relaties vastleggen in een multipliciteitsdiagram.
  3. alleen vwo: Je kunt gegevens analyseren en structureren en vastleggen in een strokendiagram.
  4. Je kunt een database voorzien van een voorbeeldpopulatie (dit betekent dat je gegevens in velden kunt invullen).
  5. Je kunt het verschil tussen en 1:n, n:1 en n:m relatie uitleggen en je kunt in een gegeven voorbeeld aangeven van welke relatie sprake is.
  6. Je kunt uitleggen wat redundantie is.
  7. Je kunt uitleggen wat normaliseren is.
  8. Je kunt een gegeven, niet volledig genormaliseerde database omzetten naar een database in de 3e normaalvorm (dit betekent dat je de redundante informatie kunt verwijderen door de database te splitsen in meerdere aan elkaar gerelateerde tabellen).
  9. Je kunt voor een gegeven situatie een voorstel te doen voor een genormaliseerde database structuur.
  10. Je kunt aangegeven welke (combinaties van) velden uniek zijn / als sleutel kunnen dienen.
  11. Je weet waarvoor de primaire sleutel dient.
  12. Je weet wat een verwijzende sleutel is.
  13. Je weet hoe verwijzingen tussen verschillende tabellen met behulp van sleutels werken.
  14. Je weet hoe in een database wordt aangegeven dat een veld geen waarde bevat.

Databases programmeren in khan:

  1. Je kunt met CREATE TABLE een gegevensmodel omzetten in een database.
  2. Je kunt met INSERT rijen aan een tabel toevoegen.
  3. alleen vwo: Je kunt met DELETE rijen verwijderen uit een tabel.
  4. Je kunt met SELECT gegevens uit een relationele database opvragen.
  5. Je kunt de opgevraagde gegevens uit een relationele database oplopend en aflopend sorteren.
  6. Je kunt voorwaarden stellen aan de op te vragen gegevens uit de database (WHERE) en gebruikmaken van operatoren (=, <, >, >=, <=, <>).
  7. Je kunt gebruikmaken van LIKE bij het stellen van voorwaarden in de query.
  8. alleen vwo: Je kunt gebruik maken van een subquery in combinatie met de voorwaarde IN.
  9. Je kunt gebruikmaken van samengestelde voorwaarden (AND, OR) bij het stellen van voorwaarden in de query.
  10. Je kunt gebruikmaken van omgedraaide voorwaarden (NOT) bij het stellen van voorwaarden in de query.
  11. Je kunt gebruikmaken van NULL bij het stellen van voorwaarden in de query.
  12. Je kunt gebruikmaken van aggregatiefuncties (COUNT, SUM, MAX, MIN, AVG) bij het opstellen van query.
  13. Je kunt gebruikmaken van GROUP BY bij het groeperen van de resultaten van een query.
  14. Je kunt voorwaarden stellen aan op te vragen gegroepeerde gegevens met HAVING
  15. alleen havo: Je kunt bij een query over 2 of 3 tabellen de JOIN toepassen
  16. alleen vwo: Je kunt bij een query over 2 of meer tabellen de JOIN toepassen
  17. Je kunt een query maken met JOIN van een 1-op-n relatie
  18. Je kunt een query maken met JOIN van een n-op-m relatie
  19. alleen vwo: Je kent het verschil tussen cross join (JOIN zonder ON), inner join (JOIN ON), left outer join (LEFT JOIN ON) en kunt beslissen welke van deze drie je nodig hebt in een query.

Oefentoets

Een oefentoets voor deze module staat in Woots .